‘Ik heb de overtuiging dat ziek zijn en thuisblijven eerder tot nare gevolgen leidt dan ziek zijn en blijven werken.’ ‘Werken, daar wordt iedereen beter van.’ Zo maar wat uitspraken uit het boek van Marleen Teunis die over haar standpunten geen enkel twijfel laten: Nederland is zieker dan nodig.

Nogal wat managementauteurs verschuilen zich achter vaagheden. Houden het heel wetenschappelijk en nuanceren zo sterk dat van een mening vaak niets meer is terug te vinden in hun boekwerken. Hoe anders is Werken, iedereen wordt er beter van. De auteur – Marleen Teunis – neemt geen enkel blad voor de mond. Ze vertelt in volstrekt heldere bewoordingen dat Nederland er wat af steunt en kreunt en dat het maar de vraag is of dat ons verder helpt. Zo stelt ze dat het verzuimpercentage in Nederland veel hoger ligt dat in bijvoorbeeld IJsland, België en Duitsland. Ze geeft de genereuze wetgeving in ons land de schuld. ‘We staan mensen veel te makkelijk toe dat we ziek zijn’, schrijft Teunis met een heerlijke duidelijkheid. Drogredenen als ‘mogen we niet meer ziek zijn dan?’ veegt ze direct van tafel.


Natuurlijk mag dat, ziek zijn, maar niet als een soort automatisme. Ze verbaast zich er bijvoorbeeld over dat niemand zich eens op een gemiddelde vrijdag weer beter zal melden. Ach, dat kan maandag toch ook. Heel nadrukkelijk legt ze in haar boek nu eens de bal bij de werknemer en niet alleen bij de werkgever die zich een goed werkgever moet tonen. Natuurlijk verplicht ze de werkgever er toe om er alles aan te doen dat de werknemer zich prettig voelt, maar ook de arbeider moet zich er eens van vergewissen dat hij of zij een commitment is aangegaan. Voor loon verricht je arbeid. En dat is wat anders dan voor loon thuis zitten. Slechts in een luttel aantal procenten is de zieke niet mobiel, zo maakt Teunis duidelijk.


Een terechte constatering, want wie is er nu echt aan een ziek(enhuis)bed gekluisterd? Griepje prima, maar na vijf dagen is iemand zeker weer mobiel en zeker in staat om naar kantoor te komen. Teunis zegt dan ook dat zodra iemand mobiel is hij direct naar kantoor moet komen om met de leidinggevende te praten. Teunis: ‘Praten, daar gaat het om. Er moet een dialoog zijn tussen werknemer en leiding.’ Dit omdat er vaak heel andere redenen aan een ziekmelding ten grondslag liggen. En dan vooral praten in de eerste week van ziekmelding. De meest langdurig zieken zijn volgens Teunis in de eerste twee weken van hun ziekte aan hun lot overgelaten. In de geest van ‘iemand mag toch ziek zijn’. Maar wie zo lang wacht, kan gegarandeerd rekenen op een werknemer met langdurige problemen. Daarom heeft Teunis ook zo weinig op met de Wet Poortwachter. Op zich is de gedachte achter die wet goed, maar het moet allemaal veel sneller. ‘De Poortwachter’ komt pas in actie na een week of zes, waar dus de eerste week cruciaal is in de optiek van Teunis.


Dit is een heerlijk confronterend boek. Anders kun je toch niet concluderen na zinnen als ‘te lief zijn tijdens ziekte werkt averechts’. Teunis wil het taboe rondom het bespreekbaar maken van ziekte met dit boek doorbreken. Daar zullen velen misschien niet blij mee zijn. Vakbonden en bedrijfsartsen zullen mogelijk de wenkbrauwen fronsen. Werkgevend Nederland zal het standpunt van Teunis met grote dankbaarheid omarmen. Toch verdient ze ook van twijfelaars aan haar theorie steun. Volgens Teunis kan met haar aanpak het gemiddelde verzuim van 4,3 naar onder de drie procent. Daar zou toch iedereen blij van moeten worden? Er zal eens iets aan die welvaartsziekte van Nederland moeten gebeuren. Ziek zijn mag, natuurlijk. Onterecht ziek zijn, is onnodig. Lees Werken, iedereen wordt er beter van en laat u overtuigen. Heerlijk confronterend dus!

14 april 2010 Arie Buvens

Het boek is te bestellen :www.managementboek.nl